Palletizing

Palletiseren met knikarmrobots gebeurd al zolang als dat er grote robots bestaan. Dan spreken we van de jaren 80 uit de vorige eeuw.

 

Centraal palletiseren

Meteen in 1999 bij het uitkomen van de eerste vierassige palletiseerrobot van ABB, de IRB 640, kwam ABB uit met een voor die tijd revolutionaire standaard palletiseercel FlexPalletizer geheten.

In die tijd lag de focus nog op centraal palletiseren waarbij de output van meerdere productielijnen door één robot werd verwerkt.

Op Youtube is nog een mooi promotiefilmpje van de FlexPalletizer te vinden.

Centraal palletiseren kenmerkt zich door:

 

  • Een palletiseercel met één robot voor tot wel vier productielijnen
  • Er is een grote robot benodigd met een groot horizontaal bereik
  • Om zoveel mogelijk producten per tijdseenheid te kunnen palletiseren is de robot uitgevoerd met een grijper die meerdere producten tegelijk kan hanteren
  • Voor nog meer tijdwinst kan de robot een rij producten gesplitst afzetten
  • Vaak wordt de grijper van de robot ook nog uitgevoerd met een palletgrijper om lege pallets mee te hanteren
  • Een robot met een grote hanteercapaciteit
  • Complexe palletiseersoftware

Bron: ABB

End-of-line palletiseren

Inmiddels is centraal palletiseren nauwelijks meer aan de orde en is de markt overgeschakeld naar end-of-line palletiseren. Dit houdt in dat er direct achter elke productielijn een palletiseerrobot staat.

Voordelen van end-of-line palletiseren:

  • Vaak volstaat een lichtere kleinere robot omdat er veelal maar één product per cyclus wordt gehanteerd en op één of twee pallets wordt gepalletiseerd
  • Een kleinere robot is veelal sneller dan een grote
  • Minder lange product transportbanen nodig
  • Productielijnen zijn beter toegankelijk
  • Een cel is veel minder technisch complex
  • Geen stilstand van meerdere productielijnen bij storing
  • Eenvoudige palletiseersoftware

Doordat er veelal lichtere robots worden ingezet is de robot veelal te licht om lege pallets te hanteren. Echter zie ik dit eerder als een voordeel. Het hanteren van lege pallets geeft vaak verstoring vanwege de soms slechte kwaliteit van toegepaste pallets.

Kortom, end-of-line geeft een veel goedkopere oplossing dan bij centraal palletiseren en heeft zeker grote voordelen zeker naar betrouwbaarheid en beschikbaarheid toe. Dus niet vreemd dat end-of-line palletiseren een grote vlucht heeft genomen.

Lees mijn verhaal over de LeanPalletizer.

Bron: ABB

Combinatie

Een combinatie van centraal palletiseren en end-of-line palletiseren komt ook voor en wint zelfs terrein. We spreken hier van het palletiseren van goederen achter een sorter. Een sorter is in dit geval een transportsysteem die links en rechts producten kan afvoeren naar een veelvoud van transportbanen.

Als voorbeeld noem ik George Weston Foods uit Australië. Hier staan 16 ABB IRB 4600 robots achter een sorter. Elke robot palletiseert op twee palletposities. Per uur worden er 9.000 dozen verwerkt wat overeenkomt met 100 pallets. Stapels met lege pallets worden ontstapeld door een grote ABB IRB 6700 robot. Shuttles vervoeren lege pallets naar de palletiseerrobots en volle pallets worden er mee afgevoerd.

Bron: ABB

Palletiseersoftware

Het was niet meer dan logisch dat met de komst van robot palletizers er ook palletiseersoftware zou worden ontwikkeld. Zo waren de ABB robotprogrammeurs in de jaren 80 en 90 al bezig om slimme robotsoftware te schrijven om hen het werk makkelijker te maken. Medio jaren 90 werd de slimme robotsoftware gekoppeld aan de palletpatroongenerator van de Duitse firma Multipack. Dit betrof PC-software. Dit was een welkome ontwikkeling voor de markt.

Bij de ontwikkeling van de LeanPalletizer hebben we ook de palletiseersoftware onder de loep genomen en besloten nieuwe software te ontwikkelen. Lees mijn verhaal over de LeanPalletizer.